donderdag 10 december 2015

Sponsorkind


'I wish to see you, how you look, so that I become more happy...'

Ik kijk op en mijn ogen dwalen naar de foto in de kast.
Jongen met veel te groene schoenen en ogen die pijn en verdriet bijna tastbaar weerspiegelen.
Een aarzelende lach speelt om je mond.
Wat zou ik je graag in mijn armen nemen; schiet het door mijn hoofd en mijn hart.
Je vertellen hoe trots ik op je ben, omdat je zo goed je best doet op school.
Je zeggen hoe moeilijk het moet zijn; als oudste jongen in een gezin.
Terwijl mijn kinderen net hun cadeaus voor pakjesavond hebben uitgepakt en sommige daarvan misschien alweer achteloos in een hoek hebben gegooid, moet jij keihard werken voor je bestaan.
Het had zomaar andersom kunnen zijn, als jij hier geboren was, en wij daar.
Ik zou, net als jij, willen weten hoe je er echt uit ziet, hoe je praat, hoe je lacht.
Misschien denk jij wel dat wij zo rijk zijn dat we zomaar naar je toe kunnen komen.
Was dat maar zo... Ik zou je zo graag een onbezorgde lach geven.

Je eindigt je brief met een bijbeltekst, als altijd:






















That's what I want... schrijf je.
O lieve jij, als dit is wat je verlangt,
dan maakt dat je zoveel rijker dan miljoenen mensen in deze wereld.

Ik sluit mijn ogen en vouw mijn handen, voor jou.
Ik breng je voor de troon van de Vader zodat we toch
dicht bij elkaar kunnen zijn... ondanks de afstand.


dinsdag 10 november 2015

Druppels

Kinderen die hun spaarpot omkeren en slaapzakken kopen voor vluchtelingen op Lesbos.
Groep 5 op de basisschool die flessen verzamelt om geld op te halen voor vluchtelingen.
Het meisje wat cadeautjes inpakt voor de vluchtelingen die aankomen in haar woonplaats.

'Druppels op een gloeiende plaat' denken wij als we naar de beelden op het nieuws kijken.
'We kunnen maar zo weinig doen' zeggen we tegen elkaar. Het lijkt allemaal zo zinloos.
Wat doen onze daden als we kijken naar de stroom vluchtelingen die op gang is gekomen?
Het overweldigt ons en we weten niet wat we ermee moeten. Te groot om te bevatten.

Heb je er ooit bij nagedacht dat de uitdrukking 'dat is een druppel op een gloeiende plaat' niet bij Jezus vandaan komt? De bijbel kent geen druppels op gloeiende platen.
Toen Jezus zag dat een arme weduwe twee muntjes in de schatkist van de tempel gooide had Hij kunnen zeggen: 'Wat heeft dit voor zin? Je kunt die twee muntjes beter houden. Wat jij geeft is maar een druppel op ze gloeiende plaat.'
Maar dat zei Hij niet. Het was zelfs zo dat Jezus opkeek. Hij 'zag' deze weduwe aan en verheugde Zich over wat zij gaf, omdat ze gaf wat ze kon geven.

Geven wat je kunt geven. Doen wat je kunt. Ook al lijkt het maar zo weinig. God doet de rest.
Als we dit gaan leren, bestaan en geen druppels meer die op gloeiende platen vallen.
Dan zijn er alleen nog maar druppels die vallen in emmers van gerechtigheid en liefde.
Zodra de emmer vol is wordt de volgende bijgeschoven. Elke druppel telt en onder de zegenende handen van God groeien ze uit tot stromen van Liefde en gerechtigheid.

Druppels op een gloeiende plaat werken ontmoedigend.
Druppels in een emmer moedigen juist aan.

Dit is wat deze mensen nodig hebben. Als we ze nu in de kou laten staan leren deze mensen nooit dat ze hun toevlucht mogen zoeken bij God die Liefde is.
Laten we hen met onze daden de weg wijzen naar een Vader die hen liefheeft.
Hoe klein het ook lijkt wat je doet: doe het!
Elke druppel telt...



woensdag 21 oktober 2015

Schijn met Uw licht in mijn hart Heer


Zorgvuldig bouwden we aan onze kastelen en villa's. Wat voelden we ons rijk en veilig in onze maatschappij. We werkten dan ook keihard aan ons bestaan. Aan onze eigen welvaart, aan onze zekerheden, aan onze toekomst. Tenminste, dat dachten we. Maar ons weldoortimmerde bouwwerk begon scheuren te vertonen. Met de komst van de crisis in de maatschappij, kwam er ook een crisis in ons hart. Vervuld met angst werden onze ogen getrokken naar dat wat langzaam maar zeker afbrokkelde. Daardoor zagen we niet meer hoe goed we het nog hadden. We werden blind voor de zegeningen die we elke dag nog ontvingen. We werden zelfs blind voor mensen in nood, mensen aan de onderkant van de maatschappij. Want onze huizen, onze zekerheden, onze veiligheid...

Vandaag zien we alles, waarvan we dachten dat het van ons was, in rook opgaan. De toekomst is onzeker. Mensen met ogen vol angst en harten vol pijn komen ons land binnen en pakken ons alles af, denken we. Ons land, onze cultuur, onze veiligheid, de veiligheid van onze kinderen. We zien die ogen vol angst niet eens. Onze ogen worden volledig getrokken naar datgene waarvan we denken dat wij er recht op hebben.

Het zijn maar kleine zaadjes die meegenomen worden door de wind die waait door ons land. Ze worden gestrooid door de media, door de mensen om ons heen, door gesprekken die we opvangen. Langzaam dalen ze neer in onze harten, schieten wortel en komen op. En voor we het weten is ons hart veranderd in het oerwoud van angst. We kunnen nog maar nauwelijks ademhalen, we raken verstrikt in de takken en al het licht wordt ons ontnomen.

Ik schrijf dit niet omdat ik er vrij van ben. Ik schrijf dit juist omdat het mij overkwam in de afgelopen weken. Mijn hart vulde zich met angst. Angst om mezelf, maar vooral angst voor mijn kinderen. In wat voor wereld groeien ze op? Wat is hun toekomst? Terwijl ik in de nacht lag te staren in het donker en daar over nadacht, kwam opeens dat lied in me op; Schijn met Uw licht in mijn hart, Heer. Dat ik U zien zal. Dat ik het zicht op U niet kwijt zal raken. Dat ik niet zal stikken in het oerwoud dat angst heet. Dat ik er niet in meegesleept zal worden. Maar dat ik U zien zal.
Dat ik Hem zien zal die de rijkdom van de hemel verliet en afdaalde naar onze wereld vol armoede en zei: 'Al het Mijne is het uwe.' Waar hebben wij nog recht op als je met die ogen kijkt?

Wat onze kinderen betreft; ik besterf het van de angst als ik om me heen kijk. Maar zodra ik omhoog kijk zie ik Hem Die zei dat zelfs geen musje ter aarde zal vallen buiten de wil van de hemelse Vader om. Als ik dat geloof, geloof ik ook dat mijn kinderen niet buiten de wil van de hemelse Vader in deze tijd op deze aarde zijn geplaatst.

In Jozua 4 lezen we dat Jozua gedenkstenen oprichtte om de grote daden van God te herdenken. Er staat zelfs dat God Jozua groot maakte, zodat heel het volk kon zien dat God met Jozua was, zoals Hij met Mozes was geweest. Er staat dat de ouders hun kinderen de betekenis van deze stenen uit moesten leggen. Ik bid dat ik in mijn gezin zo ook gedenkstenen op zal richten en mijn kinderen zal vertellen over de machtige dingen die God doet in mijn leven en in ons leven.
Zodat ze zullen ontdekken dat die grote God die met mij is, ook met hen mee zal gaan de toekomst in.

Er is een liedje van Elly en Rikkert: 

Kom niet aan m'n auto, die is van mij
Kom niet aan m'n fototoestel, dat is van mij
Kom niet aan m'n centen, die zijn van mij
Kom niet aan m'n rente, die is van mij
Niet aan m'n garantie
Niet aan m'n vakantie
Hou in hemelsnaam je handen thuis
Kom niet aan m'n voorkeur
Kom niet aan m'n voordeur
Kom niet aan m'n huis

Ik zit al genoeg in de problemen
En ik werk hard voor mijn bestaan
Als je me alles zou ontnemen
Had ik geen doel om door te gaan


Er is al zoveel armoe, zoveel pijn
Ik erger me dagelijks geel en groen
En ik weet zeker, als ik de baas zou zijn
Zou ik er dadelijk wat aan doen


(Zie, ik sta aan de deur en ik klop!) 

Zou het zo kunnen zijn dat Jezus met de komst van al die vluchtelingen, mensen zoals jij en ik, aan de deur van onze harten klopt en vraagt of Hij binnen mag komen?




donderdag 8 oktober 2015

De wereld op zijn kop

foto van Mariska Jongebreur.
De wereld staat op zijn kop.
Ik zie het
en ik hoor de mensen schreeuwen.
De één weet het nog beter dan de ander.


Ik weet het niet meer.
Het enige wat ik weet
is dat God het weet.


Hij heeft het verleden voor Zijn rekening genomen,
en dat zal Hij ook doen met onze toekomst.
En vandaag...
God, help me vandaag te vertrouwen op Uw macht!

dinsdag 29 september 2015

Anti-Pest-Club


Een van onze zoons gaat aan tafel hardop voor in gebed. 'En wilt U dichtbij de kinderen zij die gepest worden. Dat ik zelf niet gepest zal worden, maar ook nooit zal pesten. Amen'
Ik heb het hem zelf geleerd, dat gebed.

Het komt allemaal door vorige week. De week tegen het pesten.
s'Avonds keken we met elkaar naar de Anti-pest-club.
Anne-mar, de presentatrice ging klassen langs waarin kinderen werden gepest.
Door de hele klas lid te maken van de Anti-pest-club probeerde ze te bereiken dat de hele klas tegen het pesten was. Als je lid was kreeg je een polsbandje ten teken dat je tegen pesten was.
Vervolgens werd er voor de gepeste iets leuks georganiseerd door de klas.

Een echt tranentrekker dus. Voor mij althans. Want ineens kwamen de herinneringen weer boven aan vroeger. Meestal speelden we gewoon leuk met elkaar, maar er waren momenten dat dat omsloeg. En dan als groep, tegenover dat ene kind.
Samen voelde zo sterk. Alleen zijn voelde zo zwak.
Oh, ik begrijp het wel. Het is net of er een bordje 'Pest mij' om de nek van sommige kinderen hangt. Misschien ook wel om mijn nek. Ik weet het niet.
Later als je groot geworden bent weet je dat het je heeft gemaakt tot wie je bent.
Het vormde je en ergens kwam je er ook sterker uit.

Nu ben ik moeder. Ik kijk om me heen en houd mijn hart vast. Ik wil mijn kinderen zo graag beschermen, maar ik wil hen ook leren om nooit op een ander neer te kijken. Altijd te kijken naar het mooie aan iemand. Ik weet wel: mijn kind is een kind. Maar het heeft toch ook verstand gekregen om te gebruiken? Ik weet zeker dat mijn kind het heus wel beseft als hij een ander kwaad doet, wanneer het een ander bezeert.

Mijn gebed doorkruist dat van mijn zoon:
Ontferm U Heer, over een wereld in nood. Ontferm U Heer over gebroken harten en stuk gemaakte levens. Geef ons de moed om op te staan tegen onrecht. Laat Uw Liefde ons genoeg zijn, zodat we het niet nodig hebben anderen neer te halen. Ontferm U Heer...

dinsdag 15 september 2015

Verlangen naar God

Afgelopen zondag vroeg de voorganger van onze dienst naar onze motivatie om Jezus te volgen.
Een vraag waar ik wel even over na moest denken. Waarom volg ik Jezus eigenlijk?

Voor even zag ik mezelf weer als klein meisje. Dapper vechtend om mee te doen met de wereld om me heen. Dat was niet altijd makkelijk, omdat ik kampte met een motorische beperking.
Voor veel dingen moest ik hard oefenen en vechten. Maar midden in dat gevecht was Hij er. Vanaf het begin was Hij naast me. Ik ontdekte dat er een hart was dat klopte voor mij.
Hij was het Die als eerste naar mij verlangde en me vond. Daarmee wekte Hij een vurige kinderlijke verlangen in mijn hart op, naar Hem.

Toch ben ik dat verlangen later weer kwijt geraakt. Verdrongen door andere dingen die me bezig hielden. Naar de achtergrond geraakt omdat pijnlijke wonden schrijnden.
Vaak moest ik eerst heel erg vastlopen, voordat het verlangen naar Hem weer naar de oppervlakte kwam.

Juist in die periodes van vastgelopen zijn verlang ik zo naar herstel van mijn leven. 
David zegt het in Psalm 63: 'Ik dorst naar u, ik smacht naar u in een dor en dorstig land.'
Een wanhopig verlangen. Een hunkering naar heelheid met God. Een schreeuw om de liefde van God. Om vrijuit mogen gaan als Hij oordeelt. Om echtheid en heelheid te ervaren in je leven.
Ik weet dat ik dit uit mezelf allemaal nooit zal kunnen bereiken. Er is een groot gebrek aan heelheid in mijn leven. Ik schiet zo vaak tekort. Zonder Hem ben ik nergens, en juist dat drijft me naar Hem toe.

Spreekt Jezus hierover als Hij zegt: 'Zalig ben je als je hongert en dorst naar gerechtigheid?'
Als je hongert en dorst naar heelheid in je leven? Als je verlangt naar herstel van de hele schepping in al z'n verbanden? Het verlangen dat heel de schepping, heel mijn leven gaat beantwoorden aan Gods bedoeling?

Soms denk ik; kennen we dat verlangen eigenlijk nog wel? Die hunkering naar God, omdat we zonder Hem hulpeloos zijn? Of is dat verlangen naar de achtergrond verdwenen omdat we druk zijn met alles wat we doen? Is het daarom dat we zo vaak de blijdschap missen en kil en koud worden?

Ons verlangen kan alleen worden vervuld door Iemand Die de macht heeft om het hart van mensen te veranderen. Hij die achter deze zaligsprekingen staat en de woorden uitspreekt: Jezus Christus.
Niemand anders kan ons verlangen naar echtheid en heelheid volmaken. Hij is het Brood des Levens, dat ons zal verzadigen. En Hij doet het. Dat is zijn belofte. 

Kom allemaal bij Mij. Open je hart en je leven.
Laat Mij het doen. En Ik zal het geven: heelheid met God, vrijuit gaan als Hij oordeelt.
Omdat Ik voor je in de bres spring. Kom maar bij Mij en Ik zal jou verzadigen. 


Stoppen met hozen